muziek

  1. omschrijf wat de discipline Muziek inhoud
    • muziek is kunst van geluid vaak met zang en instrumenten.
  1. Omschrijf de volgende vijf stromingen en zoek er een afbeelding bij.
    • Klassiek
      • klassieke muziek ik muziek dat ontstaan is rond de 18e eeuw vaak word dit gespeeld door een orkest of piano. Het is mooi om naar te luisteren maar word vaak door de jeugd als langdradig en saai beschreven.
  • Tijd; ritme — 4/4 4/3 maatsoorten
  • Tijd; tempo — langzame lagen tonen en snellen hogen tonen
  • Klank; toon — van laag tot hoog
  • Klank; dynamiek — Er is veel dynamiek wat er zijn veel verschillende instrumenten
  • Klank; klankkleur — chick
  • Vorm — er is een begin een midden en een einde. Wat mooi bij elkaar past
  • Jazz
    • jazz is ontstaan in 1900 in New Orleans. het was begonnen bij de afro-Amerikaanse gemeenschap nadat slavernij was afgeschaft ze gebruikte blues en ragtime als inspiratie. jazz is echt een dans muziek met veel swing.
  • Tijd; ritme — Geen vast ritme want bijna altijd inprof
  • Tijd; tempo — snel
  • Klank; toon — De blaas, bass en drum
  • Klank; dynamiek — veel dynamiek trompet hoog en laag en bass vooral laag
  • Klank; klankkleur — swing, bewegelijk en blij
  • Vorm — Improvisatie dus er is geen vorm.
  • Rock
    • rock is ontstaan uit pop en is eigenlijk een agressieve versie van pop. Het werd bekend in Amerika in de jaren 50. Er word veel geschreeuwd en harde muziek.
  • Tijd; ritme — simpel
  • Tijd; tempo –snel maar kan verschillen
  • Klank; toon — hoge klanken maar kan verschillen
  • Klank; dynamiek — heel dynamisch
  • Klank; klankkleur — druk, energiek
  • Vorm — begin, midden en einde
  • Urban
    • Urban betekend stad en is ook rond 1980 ontstaan in de steden van de VS het is vooral populaire onder de afro Amerikaanse gemeenschap. het is rap met een ritmische tekst en vaak teksten over geweld en zwart zijn
  • Tijd; ritme — simpel
  • Tijd; tempo — snel
  • Klank; toon — hoog
  • Klank; dynamiek — dynamiek met zanger en instrumenten
  • Klank; klankkleur —energiek, vrolijk en verdrietig
  • Vorm — meestal begin, midden, outro
  • Dance
    • dance word vaak op festivals en in clubs gedraaid omdat je ere goed op kan dansen en springen. in dance heb je altijd een opbouw en dan een beat drop
  • Tijd; ritme — eenvoudig
  • Tijd; tempo — opbouw naar snel
  • Klank; toon — laag en hoog
  • Klank; dynamiek — lage bas met hoge elektronische geluiden
  • Klank; klankkleur — energiek, bewegelijk
  • Vorm — opbouw naar de drop en dan weer opnieuw

VERBREDEN

blokfluit

blaasfluit

harp

clarionet

viool

tuba

trompet

cello

tambourine

contrabas

trommel


Verdiepen

  1. De symfonie is een veelvoorkomende klassieke muzikale vorm. Kies twee van
    onderstaande symfonieën en beschrijf:
    A De ontstaansgeschiedenis.
    B De muzikale periode waarin de symfonie tot stand komt.
    C De vorm (en de benaming van de afzonderlijke delen).
    D De besetting van instrumenten.
    E De onderlinge verschillen.

Wolfgang Amadeus Mozart,
Symfonie nr 40, Grote G mineurJoseph Haydn,

De ontstaansgeschiedenis.

De muzikale periode waarin de symfonie tot stand komt.

De vorm

Instrumenten.

• Fluit.
• 2 hobo’s.
• 2 klarinetten (toegevoegd in een latere versie).
• 2 fagotten.

Joseph Haydn,
Symfonie nr. 104, Londo
n

De ontstaansgeschiedenis.

De muzikale periode waarin de symfonie tot stand komt.

De vorm

Instrumenten.

• 2 fluiten
• 2 hobo’s
• 2 klarinetten in A
• 2 fagotten
• 2 hoorns (in D en G)
• 2 trompetten in D
• Pauken
• Strijkers

De onderlinge verschillen.

Musical Youth: Pass the Dutchie

  • Tijd; ritme — simpel verschild door het nummer
  • Tijd; tempo –snel
  • Klank; toon — hoge klanken maar met een bas
  • Klank; dynamiek — heel dynamisch
  • Klank; klankkleur — druk, energiek en swing
  • Vorm — begin, midden en einde

P.S. ik kan de eerdere muziek opdracht niet kunnen vinden